Huisarts Joost van de Putte
Stad aan 't Haringvliet
ZOEK
Huisartsen op Stad
Met dank aan Harry Goosens, historicus
†
De eerste chirurgijn en vroedmeester van het dorp was Jacobus van Ommering die in 1829 naar het
dorp
kwam nadat Jannetje Sloot had aan gegeven niet langer vroedvrouw te willen zijn. Hij werd in
1835 na
toestemming van koning Willem I opgevolgd door heelmeester Jasper Jacobus van Leeuwen van
Duivenbode
die op zijn beurt de zorg in 1946 overdroeg aan Christiaan Götte die overleed in 1874. John
Thorn Leeson volgde hem op om in zijn eerste drie jaren direct 46 patiënten te verliezen
aan
pokken. Hij had gevochten in de Krimoorlogen en was de eerste huisarts van het dorp, aangezien
de
titel van arts pas in 1865 werd ingevoerd. Toen echter het patiëntenaantal daalde vertrok
hij
naar Ijsselmonde.
Dokter HJ Wiegersma
1883 - 1887
Jacob Wiegersma was een excentrieke dokter die twee borreltjes per dag als medicijn
gebruikte.
Hij liep 'als een arend', deed de buitenpraktijk per paard en reed dan dwars door de velden want
'hoeks op is nader'. Wiegersma was erg arm en had geen boter op zijn brood (Stadje Droog Broad),
want dat kon hij niet betalen en dus zei hij dat het ongezond was. Op zaterdag hield hij de
kinderen
thuis uit school, omdat hun kleren dan gewassen werden. Hij stierf al na vier jaar en werd
begraven
in het dorp.
Jacobs zoon, die ook Jacob heette, was zeer waarschijnlijk de inspiratie
voor de
hoofdpersoon in Antoon Coolens 'Dorp aan de rivier'. De kleinzoon van Jacob, Hendrik Wiegersma,
werd
ook huisarts en stond bekend als de wonderdokter van Deurne. Hij was de inspiratie voor Toon
Kortooms geneesheer Angelino in 'Help! De dokter verzuipt'. Hendrik was een eigenzinnige man die
ook
kunstenaar en schrijver was. Zijn zoon Friso was de levensgezel van cabaretier Wim Sonneveld.
Dokter FE Gnirrep
1913 - 1918
Tijdens de Napoleontische oorlogen deserteerde de Duitse Friedrich Elias Perring, arts en
officier uit Bad Pyrmond, en nam hij de schuilnaam Gnirrep aan toen hij naar Amsterdam vluchtte.
Met
zijn moeder en drie zusters, die verpleegkundigen waren, betrok hij het doktershuis in dienst
van de
gemeente. Zijn zusters trouwden een voor een met Stadtenaers.
Ook Friedrich zocht
eigenlijk
een grotere praktijk en vond die na enkele jaren in Wemeldinge waar een doktershuis, Libertas,
stond
waar maar liefst stromend water was en waar hij in 1960 overleed nadat hij in 1953 gepensioneerd
was.
Dokter P Oosthoek
1924 - 1931
Pieter Oosthoek kwam uit Den Haag en was waarschijnlijk joods. Hij specialiseerde zich als
'geneesheer tot de armen' en moet erg nieuwsgierig zijn geweest. Zijn zoons stonden bekend als
de
boefjes van Stad. Hij reed als eerste in een auto, een Morris Minor met houten deuren, en
verplaatste zijn praktijk in 1931 naar Den Bommel waar meer patiënten woonden. Daar blijf
hij
tot 1943 huisarts.
Ondanks zijn joodse afkomst werd hij eervol ontslagen door het
oorlogsbestuur van de gemeente. Met name het werk dat hij voor de armen gedaan had werd
geprezen.
Hij stond in hoog aanzien bij de bevolking van zowel Stad als Den Bommel.
Dokter E Bouman
1945 - 1977
De Rotterdammer Egbert Bouman moest vanwege de TBC die hij opliep na zijn genezing voor een
kleine praktijk kiezen. Hij was een zeer kundig arts maar niet erg gemakkelijk in de omgang. Hij
hield geen dossier van de patiënten bij want dat moesten ze zelf maar doen en zijn
verloskundige kennis werd erg geprezen. Hij nam afstand van de functie van gemeente-arts in
1966.
Hij deed de meeste visites lopend met de hond en als hij bij een patient naar
binnen
ging bleef de hond voor het huis zitten en zo wist iedereen de dokter te vinden als er een
spoedgeval was. Hij hield van grote auto's die nauwelijks in de garage pasten en daarom alleen
in
nood gebruikt werden.
Dokter AW van Toorenbergen
1905 - 1912
De praktijk werd jaren waargenomen door Prins Fockes uit Den Bommel en later door dokter
Knöps uit Sommelsdijk. Maar in 1905 kreeg het dorp weer haar eigen dokter. Of deze erg
gelukkig
werd in het vak valt te betwijfelen. Hij pleegde (vermoedelijk) zelfmoord in 1912. Hij droeg
zomer
en winter een bontmuts en lustte erg graag een drankje. Hij veroorzaakte opschudding door in
benevelde toestand van de oprel voor zijn huis te sleeën.
Albert van Toorenbergen
stond
bekend om zijn grote kennis en bekwaamheid in het zetten van fracturen. In zijn wachtkamer hing
de
spreuk 'Houdt hoofd en voeten warm en matig uwen darm, houdt de roeper en de poeper open en
laat
de dokter naar de hier en ginder lopen.' Hij fokte voor bijverdienste 'Blauwe Weners',
een
konijnenras en hij zong met zijn kinderen in de kerk.
Dokter AN Hanedoes van Almkerk
1918 - 1924
Adriaan Hanedoes kwam uit Apeldoorn en werd in 1918 aangesteld als gemeente-geneesheer voor
Stad
aan 't Haringvliet. Hij wordt herinnerd door zijn witte hondje en door het feit dat hij, als een
bevalling zich aankondigde, eerst een boodschapper naar de kerketras stuurde. Alleen als de
waterstand juist was, kwam hij direct.
Hij vestigde zich in 1924 in zijn vakantiehuis in
Italië. Dat land viel in 1935 Abessinië binnen en werd gestraft door de Volkenbond.
Hierdoor kon het gezin Hanedoes haar bezittingen niet meer terug brengen naar Nederland en
kwamen ze
berooid terug om aan het einde van de tweede wereldoorlog in Baarn te sterven.
Dokter JF van de Plassche
1931 - 1943
Geboren in Soerabaja arriveerde Jacobus van de Plassche in 1931 in Nederland om direct
huisarts
op Stad te worden. Hij vertrok in 1943 onaangekondigd en in het grootste geheim naar Leiden.
Waarschijnlijk omdat hij als militair terug in krijgsgevangenschap was geroepen en onder moest
duiken. Bovendien weigerden destijds veel huisartsen lidmaatschap van de verplichte
Artsenkamer.
In 1936 stierf kort na de geboorte zijn jongste zoontje Kees. Het grafje op
het
kerkhof van Stad leest 'Hier rust onze kleine Keesje.' Tijdens zijn mobilisatie in 1939 werd de
praktijk van Jacobus waargenomen door de pro-Duitse arts Dirk Eschauzier uit Oude Tonge.
Dokter HP Maas
1978 - 2004
De Limburger Herman Maas kwam met de Tielse huisartsendochter Greet van der Valk in 1977 op
het
dorp wonen. Ze verdeelden de taken over de praktijk en de apotheek, maar Greet was actiever als
huisarts dan ze deed voorkomen. Herman was betrokken, geliefd en nieuwsgierig en beide hebben
een
blijvende indruk op het dorp nagelaten.
Herman en Greet bleven na hun pensioen in het
doktershuis wonen en bleven zich inzetten voor cultuur in het dorp door het organiseren van
Stadse
dagen, musicals en het besturen van stichting Ons Trefpunt.